OPINIE – Veel televisieprogramma’s ontberen een wetenschapsredactie. Dat is een probleem. Want iedere BN’er met een mening lijkt zo op gelijke voet te staan met een expert aan tafel. Kijkers verdienen beter.

Zo groot was Maurice de Honds Eurekamoment, dat hij afgelopen zaterdag bij Op1 trillend van opwinding zijn nieuwste corona-inzichten de ether in slingerde. Het coronavirus gedijt vooral goed in landen waar de luchtvochtigheid laag is, had hij geconstateerd. En: massa-bijeenkomsten zoals carnaval en kerkdiensten hielpen het virus voet al wal zetten in Nederland.

De Hond kon het weten. De opiniepeiler was dan wel geen viroloog, checkte presentator Tijs van den Brink nog even voor de goede orde, maar wel afgestudeerd in de sociale geografie. Daardoor kan hij heel goed gegevens aan ruimtelijke verspreiding koppelen, legde hij uit – oftewel: informatieve kaartjes maken.

Het is een zorgwekkend voorbeeld van wat je steeds vaker ziet in de media, met name bij praatprogramma’s op televisie: iemand zonder relevante expertise (denk: anti-vaccinatielobby) of die duidelijke belangen dient (Mesdagfonds) gooit een knuppel in het hoenderhok van de wetenschappelijke communis opinio, en krijgt meteen een podium. Zeker als het een BN-er betreft, zoals De Hond. Redacties denken: mooie tv, goed voor de kijkcijfers, en voor de wederhoor zetten we er een wetenschapper of andere expert tegenover. Laat de kijker maar kiezen wie het meest overtuigt.

False balance

Voor de balans had de redactie van Op1 zaterdag dan ook Ab Osterhaus uitgenodigd, om een virologische blik op de potentieel Nobelprijswinnende gedachtes van De Hond te werpen. De nuancerende mitsen en maren van de hoogleraar sneeuwden echter onder bij het zelfingenomen gegnuif van de opiniepeiler. Het beeld wat overblijft bij de gewone kijker: die analyses van De Hond snijden hout, laten we vooral vaker luisteren naar zijn adviezen!

Niks mis mee? Verkeerd gedacht. Het is een klassiek voorbeeld van een false balance. Maar de mening van De Hond weegt niet even zwaar als die van een viroloog, epidemioloog, of andere wetenschapper. En dat heeft niet eens te maken met zijn eigen expertisegebied of de analyse die hij maakt. Want die kan best kloppen. In koude maanden, waarin de luchtvochtigheid laag is, waart de seizoensgriep ook rond, immers. En carnaval als super-spread-event? Niet onlogisch.

1 tegen 100

Nee, het probleem zit hem erin dat zijn bewering niet getoetst is door inhoudelijke experts, laat staan gepubliceerd id in een wetenschappelijk vakblad. Want dát is waar de experts die tegenover de De Honds worden gezet hun mening op baseren. Niet alleen op hun eigen ideeën of berekeningen, maar ook op de tientallen of honderden studies die anderen hebben uitgevoerd en die stuk voor stuk door vakgenoten met een kritisch oog bekeken zijn voordat ze de wereld in mochten. Een De Hond versus Osterhaus bij Op1 is dus geen 1 tegen 1, maar eerder een 1 tegen 100.

Elke wetenschapsjournalist zal dit aan een redactie uitleggen. Zij weten immers hoe het wetenschappelijke systeem werkt, hoe hypotheses tot algemeen aanvaarde inzichten leiden, en dat de ene expert de andere niet is. De schrijvende pers – van de Volkskrant en NRC tot De Groene Amsterdammer – maakt hierdoor al maanden uitstekende producties over Covid-19.

‘Neem een voorbeeld aan de schrijvende collega’s’

De situatie is echter helaas dat veel talkshows wetenschapsjournalistiek als overbodige luxe zien. Het aantal wetenschapsjournalisten bij Op1? 0. DWDD eerder? Idem.

Tijdens een crisis, zeker als die door een infectieziekte ontstaat, is betrouwbare informatievoorziening een noodzaak. Dat vereist een goede wetenschapsredactie. Kom op, televisieredacties, neem een voorbeeld aan jullie schrijvende collega’s en neem een wetenschapsredacteur in dienst. Jullie publiek is het waard.

Dit artikel waarderen?

Wil je dit artikel waarderen en daarmee mijn journalistieke werk rechtstreeks ondersteunen? Dat kan via een donatie:

Bedrag