Kwam corona uit de natuur of uit het lab? Die vraagt ligt vier jaar na dato nog altijd op tafel. Voor beide theorieën zijn allerlei aanwijzingen, maar de vermenging van wetenschap en politiek maakt een evenwichtige analyse lastig.

In april 1979 steekt miltvuur plotseling de kop op in de Sovjetstad Sverdlovsk (het huidige Jekaterinenburg), zo’n 1600 kilometer ten oosten van Moskou. Miltvuur (ook wel bekend als antrax) is een bacteriële infectie met vaak dodelijke afloop. In Sverdlovsk overlijden 66 van de 96 geïnfecteerde mensen. Wanneer Westerse instanties dit horen, verdenken ze meteen een nabijgelegen fabriek waarvan ze al langer vermoedden dat de Sovjets er biologische wapens produceren. Daar is nu waarschijnlijk een ongeluk gebeurd, denken de Amerikanen, bijvoorbeeld een explosie waarbij gevaarlijke miltvuurbacteriën in de lucht gekomen zijn.

De Sovjetunie ontkent echter bij hoog en laag dat de fabriek iets te maken heeft met de sterfgevallen. Aan biologische wapens werken ze niet. De slachtoffers zouden besmet vlees hebben gegeten dat verkocht werd op de zwarte markt. Niet gek, want de miltvuurbacterie is endemisch in het gebied.

Klinkt bekend, zo’n discussie over de herkomst van een ziekte-uitbraak? Anno 2024 woedt die weer net zo hard als 45 jaar geleden, maar nu over de coronapandemie – met name op sociale mediakanalen als X (voorheen Twitter). Volgens aanhangers van de zogeheten lablek-theorie zijn de parallellen met Sverdlovsk onmiskenbaar. De virusuitbraak SARS-CoV-2 zou het gevolg zijn van een ongeluk in het Wuhan Institute of Virology (WIV), een groot corona-onderzoekslab midden in de stad waar de epidemie begon. En de communistische Chinese overheid is net als de Sovjet-Unie weinig vrijgevig met informatie rond deze uitbraak.

In de wetenschappelijke bladen en reguliere media leek de case daarentegen al snel closed: corona komt ‘gewoon’ uit de natuur. Belangrijke peer-reviewed wetenschappelijke publicaties wijzen immers bijna zonder uitzondering op een zoönose, een natuurlijke oorsprong. Het virus is in dit geval van een vleermuis overgesprongen op de mens, waarschijnlijk via een ander dier dat als tussengastheer diende en dat verkocht werd op de dierenmarkt in Wuhan.

Lablek? Dat is iets voor complotdenkers. Zo schrijven wetenschappers in medisch topblad The Lancet al op 18 februari 2020 dat ze ‘complottheorieën sterk veroordelen die suggereren dat covid-19 geen natuurlijke oorsprong heeft’. Dat het virus uit het WIV afkomstig zou zijn, noemt het AD een ‘wilde complottheorie.’

Nog altijd is de zoönosetheorie dominant. ‘De pandemie begon met de handel in wilde dieren’, twitterde de Amerikaanse viroloog Angela Rasmussen van de Universiteit van Saskatchewan dit voorjaar nog. En Tom Wenseleers, hoogleraar evolutiebiologie in Leuven, verzucht in de Volkskrant: ‘De aanhangers van de lablektheorie jagen spoken na.’

Patient zero

Toch zit het mij niet lekker, al die stelligheid. Doorslaggevend bewijs ontbreekt immers. Patient zero is nooit gevonden, besmette dieren evenmin, hoewel er meer dan 80 duizend getest zijn. En zo’n rare gedachte is een labongeluk niet, met een uitbraak in een stad met een van de drie grootste coronalaboratoria ter wereld – een coïncidentie die mij al vanaf het begin van de pandemie fascineert. Zeker als je bedenkt dat de vleermuizen die dit soort coronavirussen bij zich dragen 1500 kilometer naar het westen leven, in Yunnan.

Het zou bovendien niet de eerste keer zijn dat virusonderzoek verkeerd uitpakt. De grieppandemie van 1977 was hoogstwaarschijnlijk het gevolg van een mislukt vaccinexperiment in Rusland of China. En SARS1, het neefje van SARS-CoV-2 dat begin jaren 2000 bijna 800 mensen doodde, besmette minstens zesmaal onderzoekers. Een van hen raakte in 2004 geïnfecteerd tijdens labexperimenten in Beijing en reisde voordat ze ziek werd nog met de trein naar haar geboortedorp. Daar stak ze haar moeder aan, die drie weken later overleed.

De herkomsttheorieën van SARS-CoV-2 goed tegen elkaar afwegen is uitermate complex. De discussies zijn veelal technisch, zoals over de precieze evolutionaire verwantschap van verschillende virusvarianten, en hoe je een ‘geknutseld’ virus kunt herkennen.

Wat hierbij niet helpt, is dat virologen die dicht bij het vuur zitten ook belangen hebben. Een labongeluk zou flinke gevolgen voor hen hebben. Denk aan strengere regels of het dichtdraaien van de geldkraan (zie kader). De Amerikaanse Senaat kondigde dit voorjaar al een onderzoek aan naar de veiligheidsgevaren van biotechnologisch onderzoek met een ‘hoog risico’. Misschien draaien slordige onderzoekers zelfs de gevangenis in wegens nalatigheid. Al tien jaar geleden botsten virologen met andere academici en veiligheidsautoriteiten over zulke experimenten met vogelgriepvirussen – niet iedereen vond die veilig.

Het Wuhan Institute of Virology (WIV) in China. Foto: Wikimedia Commons

Bovendien is het debat gepolariseerd en, in modern jargon, ‘giftig’ geworden. Er wordt soms ongenadig hard op de persoon gespeeld, Met name vanuit de lablekhoek, maar ook vanuit de andere kant en door zowel anonieme twitteraars als gevestigde wetenschappers. Van beschuldigingen als ‘fraudeur’ en ‘moordenaars’, tot regelrechte bedreigingen.

Daarnaast vind je de fanatiekste lablekaanjagers op journalistiek gezien dubieuze kanalen zoals Café Weltschmerz, De Andere Krant en het blog van Maurice de Hond. Maar denk ook aan mensen die overtuigd zijn dat het virus is ontwikkeld als een Chinees biologisch wapen. Daar ontbreekt echt ieder bewijs voor. Allemaal types en omgangsvormen waarmee ik liever niet geassocieerd wil worden. ‘Coronawappie’, noemen sommige collega’s me zelfs al gekscherend. Het is een vreemde gewaarwording, als (godbetert gepromoveerd) wetenschapsjournalist.      

Drukbezochte dierenmarkten

Laten we de discussie eens wat van dichterbij bekijken, te beginnen met de aanwijzingen voor een dierlijke oorsprong, de zoönosetheorie. Dat is niet voor niets de standaardhypothese. De eerste coronagevallen die opvielen waren mensen die veelal de beruchte ‘Huanan Seafood Market’ in Wuhan hadden bezocht. Virologen waarschuwen al jaren dat zulke drukbezochte dierenmarkten, waar allerlei diersoorten in onhygiënische omstandigheden dicht op elkaar zitten, een ideale gelegenheid vormen voor virussen om over te springen op andere gastheren, waaronder de mens, en te muteren. Van SARS1 is aangetoond dat het precies op zo’n plek ontstaan is.

Verschillende wetenschappelijke publicaties ondersteunen deze hypothese. Met name vier hiervan hebben het wetenschappelijke en publieke debat sterk beïnvloed. De eerste beschrijft de genetische kenmerken van het virus: ‘The proximal origin of covid-19.’ Het artikel verschijnt al op 17 maart 2020 in Nature Medicine, bijna op de dag af de datum waarop in ons land de eerste lockdown ingaat. ‘Onze analyses’, schrijven vijf virologen onder aanvoering van de Deens-Amerikaanse viroloog Kristian Andersen, ‘laten duidelijk zien dat SARS-CoV-2 niet in het lab is ontwikkeld of doelbewust genetisch gemanipuleerd.’ Het virus heeft wel een opvallend stukje RNA waardoor het makkelijk menselijke cellen vastgrijpt, de zogeheten furine cleavage site (FCS), maar dat hebben sommige (ver) verwante coronavirussen ook. Het artikel heeft enorme impact en wordt een van de meest geciteerde wetenschappelijke publicaties van 2020. Zelfs Anthony Fauci, de belangrijkste corona-adviseur van de Amerikaanse president, refereert er in persconferenties naar.

Een Science-artikel dat in augustus 2022 verschijnt, wijst eveneens op een natuurlijke herkomst; de Nederlandse virologiehoogleraar Marion Koopmans is een van de auteurs. Een soort ruimtelijk histogram van alle bekende vroege coronagevallen plaatst de dierenmarkt midden in het ‘epicentrum’. Op diezelfde markt blijken in november 2019, rond het begin van de pandemie, bovendien talloze diersoorten te zijn verkocht die gevoelig zijn voor SARS-CoV-2, zoals wasbeerhonden en civetkatten. Sterker nog, veel monsters die de Chinese gezondheidsdienst CCDC begin 2020 daar afnam, bevatten corona-RNA, vooral in de zuidwesthoek van de markt –  precies de plek waar levende dieren werden verkocht. ‘Ik denk dat nu echt heel erg sterk duidelijk wordt dat het virus uit wilde dieren is gekomen’, zegt Koopmans tegen NRC als een voorlopige versie van de publicatie verschijnt. ‘Een doorbraak’, noemt ze de studie op X.

In dezelfde editie van Science staat een derde belangrijke studie. Deze suggereert dat het coronavirus waarschijnlijk twee keer naar de mens is overgesprongen, precies zoals je verwacht als er ergens een groepje besmette dieren is dat af en toe met mensen in contact komt. In een moleculaire analyse ontdekken de wetenschappers namelijk dat er in het begin van de pandemie twee aparte coronavarianten waren. ’Je kunt gerust zeggen dat dit de laboratoriumtheorie de nek omdraait’, zegt arts-microbioloog Matthijs Welkers van het Amsterdam UMC tegen de Volkskrant.

Monsters van de dierenmarkt bevatten genetisch materiaal van dieren én van het coronavirus

Maart vorig jaar, ten slotte, plaatsen Westerse virologen nog een rapport op Zenodo, een site om wetenschappelijke data te delen. Ook dat koppelt corona aan de dieren die verkocht werden op de Huanan Seafood Market. De CCDC-monsters bevatten niet alleen corona-RNA, zoals al bekend was uit het ‘Proximal Origin’-paper. Ze zitten ook barstensvol DNA van allerlei dieren die bevattelijk zijn voor SARS-CoV-2, zoals de wasbeerhond. ‘Genetisch bewijs: wasbeerhond gaf mensheid coronavirus’, kopt de Volkskrant.

En dan is er nog de missie van Wereldgezondheidsorganisatie WHO, begin 2021, met internationale experts onder wie Marion Koopmans. Zij brachten vier weken door in Wuhan en concludeerden dat het ‘waarschijnlijk tot zeer waarschijnlijk’ was dat het virus vanuit een vleermuis via een tussengastheer bij de mens terechtgekomen was. De lablek-theorie achten ze ‘extreem onwaarschijnlijk’ – de kans dat het virus via een bevroren zalm in Wuhan terecht was gekomen was zelfs groter. Dat klonk logisch: er waren geen gevallen bekend van zieke medewerkers van labs in Wuhan, zij hadden ook geen bloedwaarden die wezen op een infectie, en alle coronavirussen waar Chinese onderzoekers voor zover bekend mee werkten, staan evolutionair relatief ver af van SARS-CoV-2.

Dat verklaarde onder anderen viroloog Shi Zhengli van het WIV. Zij nam jarenlang monsters af bij vleermuizen in Yunnan om ze in Wuhan te onderzoeken op aanwezigheid van potentieel gevaarlijke coronavirussen. Dat werk gaf haar de bijnaam ‘bat woman’. ’Zou het virus uit ons lab komen?’, was ook in haar opgekomen, vertelde ze in 2020 tegen tijdschrift Scientific American. Dat bleek tot haar grote opluchting niet het geval. ‘Ik had al dagen niet geslapen.’

Haken en ogen

Het zo klaar als een klontje: dat virus is gewoon uit de natuur overgesprongen, als je afgaat op de experts en bovengenoemde wetenschappelijke publicaties. Toch zijn de bewijzen minder hard dan ze lijken. Zo komen de vier bovengenoemde zoönosestudies uit de koker van slechts een zeer select, maar publicitair vocaal, groepje (top)virologen. Zeven auteurs schreven mee aan drie van de vier artikelen; vier van hen zelfs aan alle vier: Kristian Andersen, Andrew Rambaut, Edward Holmes en Robert Garry.

Daarnaast blijken de conclusies in deze studies niet waterdicht. Van de vijftien op de markt afgenomen monsters met genetische vingerafdrukken van wasbeerhonden, bevatte er bijvoorbeeld maar eentje SARS-CoV-2-RNA – en ook nog eens heel weinig, laat een Chinese studie in Nature uit 2023 zien. Het meeste virus-RNA blijkt te zitten in de stalen met vissen-RNA. Wat ook niet helpt: de monsters zijn van januari 2020, toen de epidemie al minstens een maand woedde in Wuhan. De markt, schrijven Chinese onderzoekers, was daarom mogelijk ‘slechts’ een zogeheten superspreadlocatie, een plek waarvandaan het virus zich plotseling snel ging verspreiden, nadat het eerder al elders rond ging.

Ook de statistische geografische analyse die de markt als hotspot aanwees, kent problemen. De gezondheidsdiensten vroegen eind 2019 vooral uit te kijken naar mensen met klachten die een link hadden met de Huanan Seafood Market, aangezien sommige vroege patiënten daar waren geweest. Niet gek dat die markt dan het ‘epicentrum’ wordt in een analyse. Dat is een beetje als de dronken man die onder de lantaarnpaal naar zijn huissleutels zoekt, omdat daar het licht schijnt. Los daarvan nog kan de gebruikte rekenmethode andere locaties in de buurt van de markt helemaal niet uitsluiten, volgens een recente publicatie van statistici uit de VS en Hong Kong. Het WIV (hemelsbreed 13 kilometer verderop) zit daar overigens niet bij, maar een onderzoekslab van het Wuhan Center for Disease Control and Prevention bijvoorbeeld wel. Net als een groot metrostation, om de hoek van de markt.

En de dubbele sprong van dier naar mens lijkt inmiddels vergezocht. Niet alleen bevatte de analyse in Science een flinke rekenfout die de statistische significantie sterk verlaagde, een recente studie vond precies de genetische tussenvorm die de twee ‘parallel ontstane’ virusvarianten evolutionair verbindt. Sterker nog, meerdere stamboomanalyses van onder meer viroloog Jesse Bloom laten zien dat SARS-CoV-2 al langer onder mensen rondwaarde, vóór de varianten die de vroegst bekende patiënten bij zich droegen. Dat past allemaal beter bij een eenmalige sprong naar de mens. Dat kan op de markt zijn gebeurd, maar even zo goed elders in Wuhan.

De dierenmarkt in Wuhan zou ook een superspreadlocatie kunnen zijn

Hoog tijd dus om het zoeklicht eens op die andere hypothese te richten, die van een labongeluk. Ook die is niet sluitend, maar aanwijzingen zijn er wel. Volgens deze hypothese is ergens in het najaar een laboratoriummedewerker in Wuhan besmet geraakt, wiens symptomen mogelijk geen alarmbellen deden rinkelen, en die op zijn beurt weer anderen infecteerde. De opvallende uitbraak op de dierenmarkt (of het nabije metrostation) zou dan niets anders zijn dan een eerste superspreadlocatie, zoals festivals en horeca dat later in ons land ook werden.

De lablekhyppothese is verrassend genoeg nooit grondig onderzocht. Een onafhankelijke forensische inspectie van het WIV heeft bijvoorbeeld nooit plaatsgevonden. Zelfs het WHO-team met Koopmans kreeg geen toegang tot de labjournaals en andere gegevens van het WIV, waarmee verklaringen van Zhengli en anderen gecontroleerd konden worden. Het team bezocht evenmin de labs waar men in 2019 coronaonderzoek deed. Er waren slechts gesprekken met en presentaties door de medewerkers van het WIV. Suggesties voor vervolgonderzoek dat meer helderheid zou kunnen verschaffen, wees China af, overigens tot frustratie van Koopmans en haar collega’s.

Wat de lablekdiscussie compliceert, is dat de aanwijzingen hiervoor veelal van een heel andere orde zijn dan de wetenschappelijke studies bij de zoönosehypothese. Het gaat onder meer om verzamelingen mails van onderzoekers, gesprekken op discussieplatform Slack, subsidieaanvragen, tweets en andere documenten zoals Chinese proefschriften. Veel daarvan zijn openbaar geworden zijn dankzij een beroep op het Amerikaanse equivalent van de Wet Open Overheid (WOO), van transparantie-organisaties als US Right to Know (USRTK). Daarnaast haalden internetspeurders, zoals onderzoekscollectief Drastic, allerlei informatie boven water, maar ook ‘reguliere’ wetenschappers, zoals virologen Jesse Bloom, Rasmus Nielsen en Sergei Pond, die veel stamboomonderzoek deden.

Vleermuizenpoep

De bevindingen van dit bonte gezelschap zijn opmerkelijk. Zo blijken in 2012 zes mensen die in een oude mijn in Yunnan intensief vleermuizenpoep hadden lopen scheppen een mysterieuze longaandoening opgelopen te hebben; drie van hen overleden. Voor het WIV was het reden om de vleermuisvirussen in de mijn intensief te onderzoeken. Die aanleiding vermeldden de onderzoekers echter niet toen ze in Nature schreven dat een van de virussen in hun databases (afkomstig uit die mijn) sterk overlapte met SARS-CoV-2. Pas toen Drastic de geschiedenis met de ‘mijnwerkers’ ontdekte, volgde een addendum. Westerse journalisten werden met man en macht tegengehouden toen ze de mijn wilden bezoeken. 

Ook droegen WIV-onderzoekers tijdens hun veldwerk lang niet altijd beschermende kleding, zoals handschoenen, maskers en brillen, is te zien in een reportage uit 2017 van de Chinese staatszender CCTV13. Nog los daarvan, zo zeiden de onderzoekers, bijten de vleermuizen makkelijk door handschoenen heen.

Een onderzoeker werkt aan West-Nijl- en deguevirussen in een BSL3-lab in de VS. Foto: Wikimedia Commons/NIAID

Een ander feit is dat een hoop data van het WIV nooit publiekelijk is gedeeld. Een online database van het WIV met de genetische kenmerken van nog ongepubliceerde coronavirussen is sinds september 2019 uit de lucht, aldus een analyse van Drastic. Hierin zitten wellicht de 180 aan SARS verwante, maar nog niet wetenschappelijk beschreven, virussen die de Chinese onderzoekers naar eigen zeggen verzamelden in hun veldexpedities. Volgens Zhengli ging de database overigens pas in 2020 offline, vanwege phishingaanvallen.

En dan is er nog de opvallende furine cleavage site, waardoor het coronavirus een stuk makkelijker menselijke cellen binnendringt. Deze FCS vermeldde Zhengli überhaupt niet in haar Nature-artikel dat het virusgenoom als eerste beschreef. Het is alsof je een eenhoorn ontdekt, zonder de hoorn te beschrijven, zo verwoordt de Canadese biologe Alina Chan het in haar boek Viral (2022), over de herkomst van corona. Er is nog meer bijzonders aan de furinekliefplek, zoals een voor virussen zeer ongewone, maar voor biotechnologen wel gebruikelijke, genetische lettercombinatie.

Onderzoekers uit onder meer Wuhan wilden ongevaarlijke coronavirussen besmettelijker maken

Nog opmerkelijker is dat de FCS een prominente rol speelt in een subsidievoorstel uit 2018, waarvan het WIV van Zhengli een van de projectpartners was. Hoofdaanvrager van dit DEFUSE-project, dat drie jaar geleden uitlekte, was de Amerikaanse non-gouvernementele organisatie EcoHealthAlliance (EHA), geleid door de Brits-Amerikaanse zoöloog en parasitoloog Peter Daszak. EHA werkte al jaren samen met Wuhan, mede dankzij Amerikaanse overheidssubsidies.

Volgens het onderzoeksplan wilden de onderzoekers onder meer een furinekliefplek toevoegen aan ongevaarlijke coronavirussen uit het wild, om dan vervolgens in het lab te kijken of ze daardoor menselijke cellen makkelijker zouden besmetten. Gain-of-function, heet dat proces. Zhengli en haar WIV-team zouden monsters verzamelen in het wild, het moleculaire werk zou in principe plaatsvinden aan de Universiteit van North Carolina (VS), in het lab van viroloog Ralph Baric. In een conceptversie van het voorstel merkte Daszak echter op dat het WIV best een deel van dat labwerk kon doen.

Saillant detail: Daszak was ook lid van het WHO-team dat Wuhan bezocht. Ook initieerde hij de oproep in The Lancet die de lab-‘complottheorie’ veroordeelde – aanvankelijk zonder zijn belangenconflict te noemen.

Het DEFUSE-subsidievoorstel werd echter afgewezen. Het onderzoek is nooit gedaan, herhaalt Daszak steeds. Lablekadepten benadrukken daarentegen dat het voorstel aangeeft welke onderzoeksrichting de wetenschappers wilden inslaan. De plannen kunnen best met andere middelen alsnog uitgevoerd zijn, speculeren zij. Onderzoekers zijn namelijk zelden afhankelijk van een enkele financieringsbron.

Weggemoffeld foutje

Was corona dan toch laboratoriumknutselwerk? Dat hoeft helemaal niet het geval te zijn – een lablek kan ook plaatsvinden met een natuurlijk virus, of met een virus dat veranderd is doordat het in het lab langzaam gewend is geraakt aan menselijke cellen. Maar zonder doorslaggevend bewijs – zoals een SARS-CoV-2-virus in de vriezer van het WIV of juist besmette civetkatten – blijft de echte herkomst van corona voorlopig een enigma waar lastig waarschijnlijkheidspercentages aan te koppelen zijn.

Feit is wel dat veel virologen een laboratoriumongeluk inmiddels minder hard uitsluiten of als complottheorie labelen dan in het begin van de pandemie. ‘De vraag of het virus uit het lab kan komen, is natuurlijk prima en [die] moet je kunnen bespreken en onderzoeken’, zei Koopmans daarover vorig jaar in de Volkskrant. Andere experts riepen eerder al meermaals op tot een open debat over de herkomst van het virus, bijvoorbeeld in The Lancet en Science. Ook WHO-baas Tedros Ghebreyesus zei na de WHO-missie in 2021 nadrukkelijk dat een labongeluk wat hem betreft op tafel bleef, net als verschillende Amerikaanse inlichtingendiensten waaronder de FBI.

Dat betekent niet dat experts de lablektheorie ook meteen erg waarschijnlijk vinden. ‘Het meest aannemelijke’, zegt Koopmans bijvoorbeeld in hetzelfde Volkskrantartikel, ‘acht ik nog dat we op een gegeven moment bij een of andere vleermuis het nagenoeg identieke voorlopervirus van sars-cov-2 vinden.’

Laten we het hopen. Mocht de pandemie namelijk begonnen zijn door een weggemoffeld foutje tijdens (mede door Amerika gefinancierd) onderzoek in China, dan zijn de geopolitieke gevolgen niet te overzien. Het zou ook desastreus zijn voor het vertrouwen in de wetenschap. Toch zijn we het aan al die miljoenen coronadoden verplicht om de waarheid boven tafel te krijgen. Daarvoor is het nodig dat China openheid van zaken geeft door inspecties toe te laten. Maar ook dat virologen de lablekhypothese gerichter gaan onderzoeken en kritisch kijken naar biosafety en gain-of-functiononderzoek. Zo is het aantal labs dat werkt met dodelijke pathogenen sinds corona enorm gegroeid. ‘Er is geen rechtvaardiging om pandemische virussen besmettelijker te maken’, scheef viroloog Bloom al in de New York Times. ‘De gevolgen van een ongeluk kunnen te gruwelijk zijn.’

De afloop van de miltvuuruitbraak in 1979 in Sverdlovsk biedt in ieder geval hoop op een antwoord op de herkomstvraag van corona.  In 1992, na de val van het IJzeren Gordijn, erkende de toenmalige Russische president Boris Jeltsin dat de besmettingen het gevolg waren van een ongeluk tijdens onderzoek naar biologische wapens. Bepaalde autopsieverslagen bleken achtergehouden. Een ruimtelijke analyse van samenwerkende Amerikaanse en Russische wetenschappers liet vervolgens ook zien dat de slachtoffers precies onder de rook van de fabriek woonden. ‘De uitbraak komt door aerosolen die daar vandaan komen’, concludeerden de wetenschappers eind 1994 in Science. Nu maar hopen dat in China ook snel een tijd van Glasnost en Perestrojka aanbreekt.

Dit artikel verscheen voorjaar 2024 in editie 39.2 van Skepter, het magazine van de Stichting Skepsis.

Dit verhaal waarderen?

Wil je dit artikel waarderen en daarmee mijn journalistieke werk rechtstreeks ondersteunen? Dat kan via een donatie:

Bedrag